Om half acht staat de wekker, maar ik ben al iets eerder wakker, in mijn hoofd ben ik een taktiek aan het verzinnen om zo snel mogelijk de stuga weer aan kant te hebben. Ted wordt wakker door de wekker en ondertussen zet ik een bakje koffie, samen drinken we deze op de veranda op. Na de koffie beginnen we aan de “grote” schoonmaak. Eerst douchen en afwassen de laatste dingetjes, dan kan alles nog even in de grote droogkast om niet met natte handdoeken de auto in te hoeven. Tussendoor drinken we nog een laatste bak koffie en genieten we nog even van het uitzicht.
Nadat we bijna alles in de auto hebben staan gaat Ted met de stofzuiger door de kamertjes en haal ik even een dweil door de badkamer, wat is lang haar dan onhandig zeg, het is een hel ze allemaal netjes van de vloer te halen. Om half tien zijn we klaar en gaan we richting de receptie om de sleutels weer in te leveren. Tot ziens Säfsen!
Onderweg verbaast het ons hoe hoog de windmolens wel niet zijn. Ook valt het op dat de gevarenborden zoals bijvoorbeeld voor een scherpe bocht niet rood-wit zijn, maar het Zweedse blauw-geel. Omdat we over de “provinciale weg” rijden komen we langs allemaal kleine dorpjes.
We komen ook nog langs het aangeraden Siljansfors skogsmuseum, een openluchtmuseum waar onder andere een grote ijzersmelterij staat, helaas is het museum buiten het seizoen alleen geopend op vrijdag tot en met zondag. We mogen er wel nog even gebruik maken van het toilet.
Nadat we ongeveer een half uur verliezen door het opnieuw asfalteren van een weg, rijden we door naar Sollerön. Op het eiland in het meer zijn meerdere viking-graven gevonden. Daar aangekomen komen we er achter dat het ongeveer 3,5 kilometer wandelen is, helaas moeten we dit even aan ons voorbij laten gaan omdat mijn rechtervoet open ligt door een enorme blaar (op blaar). In het dorp is wel een plaatselijke supermarkt en is het tijd voor onze lunch: een kanelbulle. We zetten onze reis voort en gaan door Mora naar Nusnäs. In Nusnäs aangekomen gaan we naar een Dala-paarden werkplaats. Helaas gaan net alle ambachtslieden aan de koffie en kunnen we ze niet in actie zien. In het naastgelegen winkeltje laten we de geschilderde paardjes daar waar ze zijn, wat een boel geld durven ze daarvoor te vragen, 269 kronen voor een minipaardje van zeven cm hoog!
We besluiten Orsa voor nu over te slaan en direct richting Idrefjäll te gaan. We rijden een heel stuk langs de Österdalälven. Een enorme rivier met aan het begin/eind een grote dam. Bij de dam hebben we de auto even aan de kant gezet en genoten van het uitzicht. Kilometers en kilometers kom je niemand anders tegen, tot je weer in de buurt komt van een klein gehucht. Aan beide kanten van de weg heb je soms nieuw bos staan, soms oud bos en soms gekapt bos, maar bijna al het bos wat in Zweden staat wordt vroeg of laat weer gekapt.