Omdat het alweer onze voorlaatste en laatste hele dag is in het mooie Zweden gaat vanmorgen de wekker al om half negen. We douchen even gauw achter het vet onhandige zwevende deurtje in de badkamer en schuiven ons ontbijt in het hotelrestaurant naar binnen. Net als we klaar zijn met opscheppen zie ik nog een hele plaat met belegde broodjes en een bordje: Trelleborgs Kommun. We zitten nog niet of de grote groep komt binnen. Als de rust is wedergekeerd doen we nog een kopje koffie en beginnen we met onze avonturen voor vandaag, ons eerste doel: Ales Stenar.
Na een ritje van pakweg een uur, waar we weer bij wegwerkzaamheden komen en achter de volgauto moeten blijven, komen we aan op het parkeerterrein van Ales Stenar. Eerst mogen we tien hele kronen aftikken met de creditcard voor twee uur parkeren, en vervolgens bekijken we eerst de informatiebordjes. De stenen bovenop de heuvel staan in de vorm van een schip en zijn ergens tussen de zesde en tiende eeuw op hun plek gezet, en hoewel de precieze reden van het bouwen onbekend is, is bij de beide zonnewenden de zon precies in lijn met de boeg van het abstracte schip. Ook zijn sommige stenen mogelijk van oude graven gehaald, te herkennen aan een kleine inkeping in de steen, iets om op te letten dus. We beginnen de trek naar boven, die ons eerst door een klein straatje voert wat zo uit een sprookjesboek zou kunnen komen. Verderop wordt de weg echter een stuk steiler en raken we meermaals afgeleid door een roofvogel die aan het jagen is in het veld naast het pad. Boven aangekomen mogen we eerst over een veerooster heen, want in het gebied om de stenen lopen de koeien gewoon los. Lopen is misschien niet het juiste woord, want praktisch alle koeien liggen heerlijk in de twintig graden zon te herkauwen. Hoewel het laagseizoen is is het niet rustig bij de stenen en we besluiten even verderop bij de klif te gaan kijken, beneden ligt nog een oude, afgesloten, schuilkelder in de klif en hoewel het ons wel leuk lijkt om even te gaan kijken is het paadje naar beneden to verschrikkelijk steil dat we deze keer maar even overslaan. We besluiten in plaats daarvan een klein stukje verderop in het gras te gaan zitten en even van het weer en het uitzicht te genieten. We amuseren ons over de verschillende aspirerende fotograven die zich in de gekste bochten wringen om het mooiste plaatje te schieten. Na ongeveer een kwartiertje zijn de meeste mensen alweer weg bij de stenen en nu het rustig is begeven ook wij ons er even tussen. Sommige stenen zijn mettertijd gespleten en worden nu nog met metalen platen en schroeven bijeen gehouden. We zien ook nog, op de boeg van het schip, inderdaad een kommetje in de steen. Slingerend tussen de koeienvlaaien door lopen we weer terug, maar slaan toch even af van het pad om door het haventje te lopen. We vinden een mooi plekje aan het water waar we even genieten van het uitzicht en hobbelen ever later weer terug richting de auto. Er blijkt alweer anderhalf uur op te zitten, maar goed dat we toch die hele euro hebben betaald voor twee uur.
Onze volgende stop had Moun alweer uitgezocht en wordt Ystad. Ystad is bekend van verschillende films, series en boeken die zich hier afspelen. We parkeren de auto voor het Turistbyrå en dat wordt gelijk onze eerste stop. Moun verzamelt een paar boekjes en één daarvan heeft wat mooie highlights in Ystad, we tekenen een denkbeeldig rondje door de straten en beginnen te lopen. Een paar straatjes verder is de, voor verkeer afgesloten, hoofdweg door het centrum. We lopen hier beide kanten even langs op zoek naar een boekwinkeltje, want Moun is nog altijd op zoek naar de Engelse versie van “Fika: The Swedish way”- een kookboek voor allemaal lekkere koffiehapjes. We vinden niks en besluiten onze lunch bij de lokale Coop te halen. Op het nabijgelegen pleintje zoeken we een mooi plekje uit onder een boom en eten we onze vreselijk lekkere tussendoortjes op. Tijdens ons lunchje merkt Moun verderop een groepje jongens op: Zij spreken Arabisch! Ik probeer nog wat mee te luisteren, maar ze praten te zacht en mijn woordenschat is toch niet groot genoeg voor de paar dingen die ik wel opvang. We zoeken nog even op Google Maps naar een boekwinkel en die zit aan de andere kant van het plein. Bij binnenkomst staat de Zweedse versie van het boek direct in het zicht en bij een tweede blik blijkt de Engelse, zo begeerde versie, ernaast te staan. Moun grijpt het boek vast en laat het niet meer los terwijl we nog even rustig onze ogen uitkijken in het winkeltje. In Nederland valt het ons misschien niet zo op, maar wat een hoop werk zit er toch in als je kijkt naar de enorme hoeveelheid Zweedstalige boeken op de planken om al die boeken maar te moeten vertalen.
Met het boek op zak lopen we nog wat door de straatjes, eerst komen we langs de lokale vrijwillige brandweer die in een heel ouderwets, lijkt wel Bavariaans, gebouwtje zitten in een achterstraatje en vervolgens lopen we nog even door de naastgelegen tuin van het klooster, “Grey Brothers Monastery”, maar helaas kunnen we hier niet naar binnen. De tuin is opgedeeld in verschillende delen, met in elk deel een bepaald soort plant. Via de kruidentuin en de kooltuin, waar we ons nog vergapen aan de enorme planten die er staan begeven we ons weer naar onze route. Onderweg komen we langs de Sankta Maria Kyrka en, zoals te verwachten was, staat de deur open. Hoewel er niet veel informatie (in het Engels) is te vinden kijken we, zoals altijd, onze ogen uit. Wat een hoop werk zit er aan de binnenkant van zo’n kerk. Als de rust verstoord wordt door een ouder stel, blijkbaar gesponsord door de F1 aan de schreeuwerige kleding van de man te zien, besluiten we weer te vertrekken en begeven ons naar de haven. Daar zitten we naast de busremise nog even naar de grote ferries te kijken en de andere industrie voordat we ons weer naar de auto verplaatsen.